Het leren van een vaardigheid loopt via vier stadia. Denk maar eens terug aan de tijd dat je bijvoorbeeld hebt leren autorijden. Je was in het begin onbewust onbekwaam. Zeker bij kinderen zie je dit duidelijk. Met hun tong uit hun mond en spetters makend op de voorruit kunnen zij al autorijden.
Tijdens je eerste autorijles merk je dat je het slechter kunt als dat je verwacht had. Het is toch wel erg veel om tegelijkertijd te doen: koppelen, spiegelen, gas constant houden, rechts voorrang geven. Hoewel je in het begin van de les nog onbewust onbekwaam was, ben je nu bewust onbekwaam geworden. Je bent je erg bewust van het feit dat je het nog niet kan. Dit is een ongemakkelijk stadium, het kost erg veel bewuste aandacht, maar het is ook het stadium waarin je het meeste leert.
Vervolgens bereik je het stadium van de bewuste bekwaamheid. Je kunt het: je bent op een niveau gekomen van een vaardigheid, maar het kost je nog veel aandacht en vaak val je nog terug naar bewust onbekwaam, al moet je daar soms op gewezen worden door bijvoorbeeld je rij-instructeur.
Tenslotte, als je volhoudt, bereik je het stadium van onbewuste bekwaamheid. Vaak vindt dit stadium bij autorijden pas plaats als je al een tijdje je rijbewijs hebt. Het autorijden gaat je gemakkelijk af en je hoeft er niet meer bij na te denken. Het gaat gestroomlijnd, als een gewoonte, en het is overgenomen door het onbewuste gedeelte van je geest.