Verdieping*

Denken, voelen, doen (handelen)

Tijdens het acteren zijn denken, voelen en handelen tegelijk actief. Zo ervaren we congruentie in het gedrag. Soms heeft een van de drie de overhand. Het handelen zal dan eerder het voelen en denken sturen, of het voelen beïnvloedt bijvoorbeeld sterk het denken en handelen.

Staat het denken centraal, dan zullen ratio en argumentatie zwaar wegen bij de rolinvulling. Het kan draaien om een hoge of lage status en omgaan met iemand die reageert vanuit de cognitie. Een emotioneel component komt dan vaak direct binnen bij de deelnemer. Wanneer het bijvoorbeeld gaat over een situatie met een klant, dan kunnen emoties het gevoel van veiligheid en bekwaamheid aantasten. Het denken van de deelnemer beïnvloedt het voelen en handelen.

Wanneer het voelen de overhand heeft, dan staat de uiting van emoties voorop. Daarmee leren omgaan, roept vaak vragen op over agressie en dreiging, maar ook over angst of verlies. Het voelen bepaalt hier het denken en handelen.

Bij een duidelijk aanwezig handelen, ligt de nadruk op gedrag en expressie. Gedrag kan aansluiten bij dat van de ander en groter of kleiner zijn. Daarmee imponeert iemand of het roept juist zorg op. Een scene ingevuld vanuit het handelen richt zich bijvoorbeeld op intimidatie of afhankelijkheid. Spanning en ontspanning spelen vaak een rol.

Trainingsacteur Academie