huiswerk les 2

Gefeliciteerd je hebt de hele les nu afgerond. Nu kan je verder naar de volgende les. Het is alvast handig om wat huiswerk door te nemen, zodat je beter begrijpt waar dit blok straks overgaat. Het huiswerk vind je hieronder. Veel succes en plezier alvast! 

De volgende les gaan we het hebben over het geven van feedback in en uit de rol. Daarnaast leer je meer over samenwerken met trainer en deelnemers.

Feedback

Deelnemers met een observatieopdracht zijn meer betrokken en leren doordat ze zien wat werkt en wat niet. Ze geven vervolgens feedback aan de betreffende deelnemer over wat goed ging en wat beter kan. Dat versterkt de relatie met de inhoud van de training en de context van de werkpraktijk. Als je feedback geeft, denk dan aan de volgende regels:

  • Geef specifieke feedback, zo kan de ander er meer van leren.
  • Beschrijf het waargenomen gedrag, wees je bewust van interpretaties!
  • Beschrijf het effect van het gedrag op jou.
  • Geef feedback wanneer het moment daar is, creëer er ruimte voor.
  • Geef aan wat goed gaat en wat beter kan.
  • Noem suggesties voor verandering of alternatieven.
  • Ga na wat de ander begrepen heeft en wat hij met de feedback gaat doen.

De deelnemer in de leerstand

De organisatie wil dat haar medewerkers iets leren. Ook een groep deelnemers steekt graag wat op van een training. Maar wie is die deelnemer zelf en wat hoopt hij mee te nemen? Deelnemers werken vaak in dezelfde context, hebben een gemeenschappelijk beroep of gezamenlijke drijfveer om de training te volgen. Daarnaast beschikken ze over persoonlijke kennis en ervaring. Die kleuren hun rolopvatting, taakuitvoering en omgang met de procedures en afspraken. De training begint met erkenning. Verdiep je in de deelnemers. Wie zijn ze, waar staan ze voor en in welke complexe context werken ze?

Check de leerbaarheid

Mensen volgend trainingen vanwege een persoonlijke behoefte of omdat hun organisatie dat verplicht. Die ziet dan graag gedragsverandering bij haar medewerkers. Dat beïnvloedt de leergierigheid van de deelnemers. Sta daarom samen met de trainer stil bij de leeromgeving en mogelijkheden. Ook als deelname verplicht is, kijk je naar de eisen die de organisatie stelt aan een professionele situatie, zoals een nieuwe methode leren, en naar de persoonlijke betrokkenheid bij het onderwerp. Organisaties dienen met methodische werkwijzen te voldoen aan landelijke kwaliteitseisen. De sector waartoe de organisatie behoort, legt daarvoor professionele eisen op. Medewerkers moeten training volgen om daaraan te voldoen. Trainer en trainingsacteur helpen bij de implementatie van de nieuwe werkwijzen, maar hebben ook oog voor spanningen die dit teweegbrengt. Ze inventariseren dilemma’s zonder de pretentie die op te lossen. Mogelijk kan een deelnemer deze intern aankaarten. Wel kunnen trainer en trainingsacteur, waar mogelijk, verbinding versterken en deelnemers attenderen op hun verantwoordelijkheid en rol hierin.

Trainingsacteur Academie