Wat is agressie?
Weerstand, verbale intimidatie, verbale en fysieke dreiging komen bij verschillende beroepsgroepen voor. Naast politie en ambulancemedewerkers, zien we dit ook bij gemeentelijke dienstverleners, leerkrachten, bewindvoerders, hulpverleners en medewerkers in het openbaar vervoer.
Acteren binnen agressietrainingen is mooi om te doen, maar kan ook kwetsbaar zijn. Vaak rust er een taboe op het thema boosheid en zeker op het thema agressie. Werken als trainingsacteur binnen intimidatie, weerstand en agressietrainingen zal niet voor iedere trainingsacteur zijn weggelegd. Belangrijk is om te kijken wat jij hebt met boosheid en/of agressie en hoe je dit op een gezonde gecontroleerde manier in je spel kan inzetten.
Als trainingsacteur word je tijdens agressietrainingen ingezet om deelnemers te leren hoe ze moeten omgaan met verschillende soorten weerstand en agressie. Wat doe je en wat zeg je om de agressie te de-escaleren?
Soorten agressie
Agressie komt voor in allerlei soorten en maten. Om te starten met een vraag aan jou: waar denk jij aan bij de term agressie?
Het woordenboek Van Dale geeft de volgende definitie: ‘daad waarbij sprake is van vijandigheid, bedreiging met geweld’.
Agressie kunnen we onderscheiden in:
- Verbale agressie
- Vernederende agressie
- Provocerende agressie
- Passief agressief gedrag
- Dreigende fysieke agressie
- Destructief agressief
- Fysiek geweld, mild of ernstig
- Zelfbeschadigend gedrag
- Ernstig geweld tegen zichzelf
- Suïcide of een poging daartoe
- Seksuele intimidatie
- Ongewenste intimiteiten
- Aanranding of verkrachting
In deze opleiding lichten we vier hoofdcategorieën agressie uit: instrumentele agressie, frustratie agressie, witte boorden agressie en onbeheerste agressie. In het volgende hoofdstuk komen deze vormen uitgebreider aan bod met bijbehorende voorbeelden.
Waar komt agressie vandaan?
Om agressie te kunnen begrijpen, willen we graag verklaren waar de agressie vandaan komt. Er zijn veel theorieën over agressie. Met name binnen de gezondheidszorg is er veel onderzoek naar gedaan en over geschreven. Er zijn verschillende invalshoeken te onderscheiden:
Klassieke benadering
Agressie is volgens de meer klassieke psychologische theorieën meer een individueel probleem van de ‘dader’. Bijvoorbeeld agressie als symptoom van bepaalde ziektebeelden of stoornissen die behandeld of bestreden moeten worden.
Moderne benadering
Hedendaagse theorieën zien agressie meer als een interactieprobleem. Bijvoorbeeld het uitgangspunt van de antipsychiatrie: agressie is een logische en zelfs gezonde reactie op het structurele geweld en de behandeling van de hulpverlener.
Volgens sommige onderzoekers is een duidelijke rolverdeling niet altijd mogelijk (Nolting).
- Er is soms geen duidelijk onderscheid tussen dader en slachtoffer mogelijk.
- In de loop van een langdurige interactie wisselen beide partijen verdurend van rol.
Agressief en gewelddadig gedrag kan bekeken worden langs een continuüm met verbale agressie aan de ene kant en fysiek geweld aan de andere kant. Specifieke redenen voor agressief gedrag variëren van persoon tot persoon. Woede komt voor in reactie op een waargenomen bedreiging:
- Bedreiging van lichamelijk letsel
- Bedreiging voor het eigen zelfbeeld
Bedreiging van het zelf
Wanneer het zelf bedreigd wordt, zijn mensen zich niet altijd volledig bewust van de bron van hun woede. Een bedreiging kan intern of extern worden ervaren. Voorbeelden van externe stressoren zijn fysieke aanval en de onmacht hier adequaat op de reageren, verlies van een significante relatie en kritiek van anderen.
Interne stressoren kunnen bijvoorbeeld een gevoel van falen op het werk zijn, het ervaren van verlies, ontbering van liefde en de angst voor lichamelijke ziekten.
Boosheid
Boosheid is een emotionele reactie op deze stressoren. Sommige mensen kunnen daarop reageren met een depressie of met zich terug te trekken. Dit soort reacties gaan meestal gepaard met woede, vooral als de persoon in kwestie moeite heeft zich direct uit te drukken. Depressie wordt soms gezien als woede gericht op het zelf, en het zich terug trekken kan dan een passieve uitdrukking van woede zijn.
Normen en waarden
In elke relatie tussen twee personen, partijen of partners bestaat een impliciet metacontract. Dit contract houdt in dat dat voor elke betrokkene geldt.
‘Als jij mijn normen en regels respecteert, respecteer ik die van jou’(en vica versa).
Dit metacontract vormt de basis waarom mensen relaties met elkaar aangaan. Schendt één van beide personen een norm of regel, dan wordt de houdbaarheid van dit metacontract- en daarmee de relatie tussen beiden – in twijfel getrokken.
Normschending vereist een verklaring en uitleg
Het betreft een subjectief gegeven. Het is daarom van groot belang dat betrokkenen weten en zich ervan bewust zijn, welke waarde of betekenis de verpleegkundige en de cliënt aan bepaald gedrag van de andere toekennen.
De reactie op de ander is dus afhankelijk van de vermeende waarneming en interpretatie van de gedachten en gevoelens over het gedrag van de ander. Met andere woorden, de betekenis die de hulpverlener (maar ook de cliënt ) geeft aan het gedrag van de ander, en de wijze waarop hij of zij hierop reageert is van invloed op het verloop van de interactie.
Interpretatie
Het attributiemodel benadrukt het belang van de interpretatie. Er wordt vaak gezegd dat agressie communicatie is. We zullen dit zeker niet ontkennen, maar op zijn minst is het meestal een ongewenste en inadequate manier om onderliggende gevoelens tot uiting te brengen. Hoe beter de hulpverlener in staat is de onderliggende gevoelens en beweegredenen te doorgronden hoe beter hij of zij in staat is de cliënt te ondersteunen om te komen tot een meer adequaat of oplossingsgericht gedrag.
Over het ontstaan van agressie-incidenten zou je kunnen zeggen dat normschending en de reactie van de ander daarop bepalen of en hoe de interactie verder verloopt. Het model maakt duidelijk dat het resultaat niet alleen van de dader afhankelijk is, maar ook van het slachtoffer.
De rollen kunnen constant afwisselen. Het lijkt zinniger dat beide partijen hun eigen rol en bijdrage in de sociale interactie kennen en gewaar zijn, en dat samen bekeken wordt wat er voor, tijdens en na een agressie- incident heeft plaatsgevonden, en hoe een en ander in de toekomst wellicht voorkomen kan worden.