Voorbereiding lesdag 1
Dag 1 | |
Doelen: Competenties: Literatuur: | De cursist kan de essentie van een thema weergeven: waar gaat het over? Wat is de kern? De cursist kan de essentie van meerdere kanten (theatraal) benaderen (bijv. vanuit verschillende perspectieven of in verschillende contexten).De cursist kan de essentie in verschillende theatrale vormen gieten (denk aan regietheater, sketches of toepaste improvisatietheatervormen zoals theatersport of terugspeeltheater).De cursist kan scènes of sketches bedenken waarin het dilemma goed naar voren komt.De cursist kan improviseren: ter plekke suggesties van deelnemers/publiek verwerken in spel. De cursist heeft vaardigheden eigen gemaakt zoals: contact maken met deelnemers, schakelen, integreren en samenwerken (met mede spelers).De cursist heeft kennis van (theatrale) spelvormen. Literatuur: Handboek Trainingsacteren. H.2, H.6, blz. 87 |
Ochtend (9.30 -12.30 uur). | Introductie:Kennismaken: naam, achtergrond en wat wil je graag uit de master halen? Wat wil je ermee doen? Introduceren van de trainers. Doorloop van de twee dagen (programma). Inhoud:Theorie over soorten bedrijfstheater: PauzeOefeningen:Associëren, bal overgooien etc.. |
Lunch | |
Middag (13.15-16.00 uur). | Warming-up:Theatersportspel. Inhoud:Wat is Regietheater? PauzeSpelsimulatie/casuïstiek:spelsimulatie door middel van inklap of tijdslot met een casus die je ook kan krijgen op dag 2 bij de proeve van bekwaamheid. Afronding |