Opbouw van het spel

Opbouw van het spel

Als assessment acteur heb je een vrij strakke opbouw in je spel. Anders dan in andere vormen van trainingsacteren, is er weinig ruimte voor improvisatie. Natuurlijk hangt je reactie wel af van het gedrag van de kandidaat.

Fases in het spel
We kennen in het assessment acteren 3 fases in het spel:

Fase 1
In deze fase stel je je als trainingsacteur terughoudend op en wacht je de initiatieven van de kandidaat af. Voor deze fase wordt ongeveer 25 procent van de tijd gereserveerd.

Fase 2
In de tweede fase zal je als trainingsacteur tegenspel bieden. De tegenspelfase is tegelijkertijd de cruciale fase in het rollenspel en beslaat gemiddeld 60 procent van de beschikbare tijd. Dit is de fase waarin je voorzetjes geeft aan de kandidaat om zijn of haar competenties te laten zijn. Dit doe je door middel van platforms. Verderop in dit hoofdstuk lees je meer over platforms.

Fase 3
Het rollenspel wordt afgesloten met een afrondende fase waaraan ongeveer 15 procent van de tijd wordt besteed. Kenmerkend bij deze fase is dat de trainingsacteur het tegenspel opgeeft en meer of minder expliciet akkoord gaat met de deelnemer.

Het competentiemodel
Veel bureaus testen competenties van kandidaten op drie verschillende niveaus: denken, voelen en handelen/kracht.

DenkenCompetenties die betrekking hebben op het vermogen om informatie te ordenen en problemen op te lossen, zoals analytisch vermogen of plannen.
VoelenCompetenties die gebruikt worden in het onderhouden van sociale contacten en waarbij het inlevingsvermogen centraal staat, zoals samenwerken en klantgerichtheid.
Handelen/krachtCompetenties waarbij het vermogen om anderen te beïnvloeden centraal staat, zoals overtuigingskracht en verantwoordelijkheid.

Bekijk de volledige lijst met competenties in het document hieronder.

Platforms en oproepgedrag
Per competentie bestaan er diverse vormen van oproepgedrag (voorzetjes) waar je als acteur uit kan putten. Je biedt de kandidaat als het ware een platform om de beoogde competentie te laten zien.

Als je iemand bijvoorbeeld wilt testen op zijn coachende vermogen, kun je iets roepen in de trant van: ‘ik weet ook niet hoe ik dat moet doen hoor’.
Je hoopt dan dat degene tegenover je het signaal oppakt en jou bij de hand neemt om het nog eens rustig uit te leggen.

Incidenteel, toevallig, patroon
Voor het bieden van platforms geldt een richtlijn van drie platforms per competentie. De kandidaat slechts één keer de kans geven een competentie te laten zien zou een incidenteel resultaat kunnen hebben. Twee keer kan toeval zijn. En drie keer laat een patroon zien. We zijn op zoek naar het patroon, oprecht en consequent gedrag van de kandidaat om zo een objectieve en volledige beoordeling te kunnen geven.

Tijdens een spel van 15 minuten waarin je drie competenties moet testen ben je dan ook veel aan het schakelen. Drie competenties testen met behulp van drie platforms is negen keer schakelen. Dit komt voor jezelf soms wat onnatuurlijk over. Bij assessment acteren is het oké om een wat hardere overgang te maken naar een ander onderwerp. Probeer er echter wel zo veel mogelijk een realistisch gesprek van te maken.

Hieronder vind je voor een aantal veelvoorkomende competenties een aantal voorbeeldzinnen die als platform/voorzetje kunnen dienen.

CompetentieVoorzetjes
Analytisch vermogenWat bedoel je nou precies?
Kun je dat nog een keer uitleggen?
RelatiebeheerSnap je dan niet dat….
Ik kan dat gewoon niet…
Besluitvaardigheid Wat moet ik dan anders doen?
Gaan we nou die kant op, of die kant?
PlannenWanneer moeten we nu … gaan doen?
CoachenIk weet niet hoe het moet…
Ik heb hulp nodig
Snelheid van begripSnap je wat er bedoelt wordt?
Heb je het helder?
SamenwerkenWat doe jij aan…?
Welke bijdrage heb jij?
InitiatiefVolgens mij ligt daar aan kans
Maar…wie gaat er nu iets doen?
Organisatie bewustzijnIk word van het kastje naar de muur gestuurd…
Waar zijn jullie nu van?
InlevingsvermogenIk weet het allemaal niet meer…
Kan je je voorstellen dat….
OvertuigingskrachtJe moet me nu helpen…
Ik snap niet wat je bedoelt…
Gouden voorzetjes
voor alle competenties
Ik sta toch ook met mijn rug tegen de muur…
Wat gaat er nu gebeuren?
STILTE

Naast alle verbale voorzetjes, is er ook nog de non-verbale communicatie. Als je als trainingsacteur bijvoorbeeld de stressbestendigheid wilt toetsen, kun je ongeduldig met je vingers op tafel gaan tikken in de hoop dat de kandidaat hier adequaat op reageert.

Trainingsacteur Academie