Huiswerk lesdag 1
Gefeliciteerd je hebt de hele les nu afgerond. Nu kan je verder naar de volgende les. Het is alvast handig om wat huiswerk door te nemen, zodat je beter begrijpt waar dit blok straks overgaat. Het huiswerk vind je hieronder. Veel succes en plezier alvast!
De volgende les gaan we het hebben over de verschillende speltypes die de trainingsacteur tot zijn beschikking heeft, hieronder volgt een korte uitleg.
Naturel spel
Wanneer een trainingsacteur emoties en gemoedstoestanden niet overdreven uitdrukt speelt hij naturel. Deze realistische expressie wordt ook wel ‘klein spelen’ genoemd. Ongekunsteld spel zorgt ervoor dat de ervaring van de deelnemer zo dicht mogelijk de werkelijkheid benadert, wat het leren bevordert.
Typematig spel
Een trainingsacteur versterkt zijn expressie in typematig spel. Hierdoor komt het enigszins humoristisch of onrealistisch over. Hij gebruikt dit om bijvoorbeeld heftige onderwerpen luchtig te houden. Met typematig spel houdt hij een zekere afstand tot het thema, waardoor de cursist kan wennen aan het getoonde gedrag. Zo kan in de loop van de training typematig spel vervangen worden door naturel spel.
Improviseren
Speltechniek waarbij de acteurs geen gebruik maken van voor hen geschreven teksten, maar zelf al improviserend hun tekst verzinnen. In het beste geval leidt dit tot prachtig gespeelde ‘levensechte’ scènes, Improvisatie is elke vorm van theater waarbij de spelers het verhaal, de personages en de dialogen ter plekke verzinnen. Ze stappen dus de scène op met maar enkele gegevens (mogelijk aangereikt door het publiek) zoals de locatie, het soort personage; de rest komt tijdens het spel. Improvisatievoorstellingen zijn vaak komisch van opzet, maar niet noodzakelijk.
Scenario’s
Een scenario is een chronologische beschrijving (“draaiboek”) van een bepaalde gebeurtenis (of reeks gebeurtenissen) die heeft plaatsgevonden of nog moet plaatsvinden. Het woord scenario is afkomstig uit het oud-Griekse theater. Het Griekse Σκηνη (skènè) betekent toneel. Via het Italiaans heeft het woord zijn intrede gedaan in het Nederlands. De term scenario wordt ook gebruikt voor vormen waarin een verhaal een rol speelt, bijvoorbeeld voor een toneelstuk (toneelscenario), film (filmscenario), stripverhaal of roman. Een schrijver van films, televisieseries en stripverhalen wordt een scenarioschrijver of scenarist genoemd. Schrijvers van romans en toneelstukken worden daarentegen met respectievelijk (roman)schrijver en toneelschrijver aangeduid.